Verhalen

Het kopen van een droom.

Dit verhaal begint precies daar waar ons gezin en ons leven een wending nam, waar er weer ruimte kwam om te dromen en te denken en te doen. Dat nieuwe begin gaat over een doos. Een grote, witte, spannende, steeds veranderende doos waarin al die dingen konden gebeuren. Mijn kinderen doopten die doos meteen ‘Ons Regenbooghuis’. Anderen noemden haar gewoon ‘jullie huisje’ of liefdevoller ‘de stal’ (wat het grotendeels ook was tot ergens in de jaren ’90), of zelfs ‘jullie ruïne’. Het is moeilijk uit te leggen hoe een hoop scheef gestapelde stenen zoveel meer kunnen zijn dan gewoon dat. Toen ik die ruïne kocht, wilde ik gewoon een plekje voor mij en mijn meisjes, ver weg van een wereld die veel te luid en te ingewikkeld was geworden. Toen ik enkele maanden later mijn echtgenoot Karl ontmoette, bleek die op zoek naar precies hetzelfde. Eigenlijk hebben wij allebei een (t)huis gekocht/gemaakt en er een liefje bij gekregen.

 

Het is gek dat onze meisjes er zo zeker van waren dat het een Regenbooghuis was. Ze herinneren zich niet meer waarom ze hier zo stellig over waren (ze waren 4), maar ze konden niet meer gelijk hebben. Een regenboog is een wetenschappelijk prima te verklaren verschijnsel, dat in verhalen een mythische proportie heeft gekregen. In de goeie verhalen brengen regenbogen je naar de meest fantastische werelden en avonturen. In de slechte jammer genoeg enkel naar een saaie pot met goud. Voor ons is dit huis één van de goeie verhalen geworden. En die reis willen we graag met jou delen.

Toen ik de eerste keer de advertentie zag, was ik meteen verkocht. Het huisje stond al twee jaar leeg en vorige geïnteresseerden hadden allemaal afgehaakt. Volgens de makelaar waren er collega’s die het niet wilden tonen aan potentiële kopers omdat ze het een griezelige plek vonden. Griezelig is het er voor ons nooit geweest. Oud, dat wel. Versleten. Opgelapt en opnieuw versleten. Minstens 200 jaar van bewoning lagen er laag per laag op elkaar gestapeld en geplakt. Het was een fascinerende plek. Een plaats waar er veel gedaan was met weinig middelen. Waar de tijd zo traag liep dat het leven zelf leek stil te staan, waar menselijke bewoning tot de essentie was herleid. Ik vond het prachtig.

Voor we ook maar enigszins iets met het huis konden doen, moest er plaats worden gemaakt. Het afbreken van de koterijen was even spijtig als noodzakelijk. Buren vertelden me hoe de vorige bewoner er een leven lang had gewoond. Hij was een knutselaar, het soort man dat alles gerepareerd krijgt. Mensen kwamen van dorpen ver om hun fiets of moto te laten herstellen. En ook zonder kapotte fiets was iedereen welkom voor een pittige discussie of een stil momentje in de zon op het bankje voor het huis. In de buitenkeuken voor het huisje werd koffie gemaakt voor wie wilde en in de oven van de ‘bakkerij’ die hij van de stal binnenhuis had gemaakt, werd regelmatig brood gebakken. Maar het mooiste was het werkhuis dat hij achter zijn huis had geconstrueerd. Een wirwar van kleinere en grotere hokjes, opgetrokken uit materiaal dat quasi toevallig voorhanden leek: oude deuren om een wand te maken, matten om doorgeefluikjes af te dekken, vloeren gemaakt van beton, tegels, houten latten of aarde. Ook voor de elektriciteit had de man een apart systeem. Droogstoppels zouden het botweg gevaarlijk noemen, maar aangezien mijn pluspapa de stroom meteen had afgekoppeld, kon ik het schaamteloos vernuftig noemen.

Vele handen maken het werk licht en met de hulp van familie en vrienden was het hele fascinerende bouwsel in enkele dagen tijd jammerlijk verdwenen. Onze achtertuin bleek een hele lap te zijn. Die hadden we ook nodig, want ik had het plan opgevat om een stel wooncontainers aan te kopen om ‘tijdelijk’ in te wonen. Zo had ik geen bijkomende lopende rekening van huur en dus geen immense (financiële) tijdsdruk. Bovendien was ik ook altijd bij mijn werf om elk vrij moment zinvol te benutten. Vanuit onze beleving kregen we in beide gevallen gelijk. Vanuit de beleving van enkele mensen in onze omgeving helemaal niet. Want wat bleek? Zonder tijdsdruk doe je misschien veel langer over het bouwen van je huis, maar je doet ook veel meer om het precies zo te maken als het zijn moet. Het gaf ons de luxe om het ruimer op te vatten dan gepland, de ruimte om de meest uiteenlopende ideeën uit te testen en te realiseren. Met tijdsdruk lijken veel mensen vooral te bouwen aan een huis vol compromissen, een hoop stress en af en toe een relatiebreuk. Zonder die druk kregen wij de kans om de basis te bouwen van waaruit ons leven samen is begonnen. Ook elk vrij moment zinvol benutten bleek inderdaad handig. Wat wij echter als zinvol beschouwden bleek soms niet helemaal te zijn wat sommige mensen er van verwachtten. Anderen vonden onze aanpak dan weer heerlijk. Enkele concepten waren van begin af duidelijk, maar dan nog vergde het vele ontwerpversies, overwegingen in materiaalkeuze, dingen uittesten met vallen en opstaan, voor we tot ons huidige resultaat gekomen zijn. We hebben ook het ongelofelijke geluk gehad om de hoeveelheid ‘vrije tijd’ (lees: tijd die je niet in loondienst doorbrengt) drastisch te kunnen verhogen door … nu ja, niet meer in loondienst te werken. Ik besef heel goed dat niet iedereen die luxe heeft, maar ook dat je soms veel meer in de hand hebt dan algemeen wordt aangenomen. Wij hebben alvast heerlijke herinneringen aan onze tijd in de wooncontainers (‘ons partementje’ volgens de meisjes). We waren er thuis. En jezelf comfortabel en thuis voelen bleek niet zo bevorderlijk voor de werkdruk. Eerlijk is eerlijk, dat eerste jaar in de containers, de rust die ze me gaven, het comfort van een eigen plek, de verleiding van het ontdekken van een nieuwe liefde… Er had dat jaar meer kunnen gebeuren op bouwkundig vlak. Maar wat er daar niet is gebeurd, gebeurde op anderen domeinen, en zonder die domeinen was al wat er nu is onmogelijk geweest.

Voor ons heeft het dus zeker geloond om eerst te gaan kijken naar wat voor ons de essentie van comfort is. Dat bleken dingen te zijn als tijd (samen), zo weinig mogelijk nutteloos heen- en weer gerij en het gevoel van verbondenheid met de plek waar we wilden wonen, elkaar en de wereld. Wat het niet bleek te zijn was materiële luxe of onwankelbare financiële zekerheid. En daar zijn we ons naar gaan organiseren. Wij kunnen het iedereen warm aanbevelen.

Volgende keer: 'Constructief uitstelgedrag. Een ruïne strippen blijkt moeilijker dan gedacht.'